Er zijn van die momenten waarop je weer eens extra weet waarom het zo fijn is om in Amsterdam te wonen. En dat is als het zonnetje schijnt en je langs de Amstel kunt wandelen bijvoorbeeld. Of als je gaat luisteren naar Ilja Reingoud met de Amstel Big Band in Bethaniënklooster (erg mooi concert, ziehier de youtube, dan kunt u zelf ook meegenieten). Maar dat is bijvoorbeeld ook als je audities en voorrondes van het kleinkunstfestival Amsterdam bezoekt. Je ziet/hoort een keur aan talenten. En wie korte filmportretjes van ze zoekt, zowel finalisten als overige kandidaten, klikt gewoon hier.
Gisteren en eergisteren zijn de halve finales in de Mary Dresselhuis-zaal van het Nieuwe de la Mar. En om met dat laatste te beginnen: Joop en zijn vrouw hebben er een geweldig complex van gemaakt. Ziet er heel erg mooi uit en het is heel fijn dat die theaterlokatie weer in gebruik kan worden genomen. Niet alleen door de kleinkunst mensen gisteren overigens: iets verder weg werd een hele zaal op Japanse drums getrakteerd. Maar goed, ik dwaal af. Terug naar de eerste halve finaleronde van gisteren.
De avond begon met Merel Moistra, die onze harten een vorige keer, in de kleine zaal bij Bellevue, had veroverd met een heel eigen, mooi en prachtig verhaal en krachtige korte liedjes (Drank, Drugs en Doodgaan). In de veel grotere zaal van de la Mar viel het op dat, hoewel Merel zichzelf was gebleven en onveranderde flair, eigenheid en positiviteit meenam, het publiek minder aansloeg en het veel langer duurde voor er een chemie met de zaal kwam. En dat vonden wij jammer, want ze zet met haar lied-jes en bijzondere afsluitende lied een heel persoonlijk en bijzonder mooi verhaal neer. Dat sprak de jazzjunks in elk geval heel erg aan.
Vervolgens kwam de Poolvogel voorbij. Vier jonge 'jongens' met enorme energie, expressie, muzikaliteit, humor en een strak in elkaar gestoken verhaal. Dat ons bracht van sociale dwang, via onzekerheid naar individualiteit met alle soorten denkbare intermezzo's tussendoor. Een geboorte-aangifte met Monthy-Python achtige vragenlijst, kaartjes kopen in de bioscoop, naar de dokter, een rode neus: allerlei herkenbare situaties kwamen voorbij en werden met natuurlijke allure en heel goede timing neergezet. Tot buikpijn van het lachen aan toe. Een heel mooi stukje werk.
Na de pauze kwam Gijs Geurtsen op. Met een bak papier, enorme mimiek en droge uitdrukkingskracht, aanvankelijk weinig tekst en allerlei liedjes. Zijn pianospel en zang deed me bij vlagen aan Bram Vermeulen denken. Daarnaast zette hij een vrij korte solo neer en eindigde één liedje op een bijzondere manier. Ik hoorde (en zag, zat vrij vooraan) mooie lijntjes verschijnen in zijn spel; creatief bedacht en ingevoegd voor de fijnproever. En zijn optreden was eigenlijk een heel bijzonder stukje relatie-thematiek (om maar niet alles op het web vooraf te verklappen). Mooi opgebouwd, met ruimte om de suggestie van de luisteraars het werk te laten doen. Ook een erg knap staaltje dus.
Vanavond de overige finalisten. Deel twee volgt dan hieronder.
UPDATE 01.00 uur: We zijn net terug van de tweede halve finale. Met allereerst: Cabaret in Quartet. Jeugdige groep, veel energie, mooie momenten en harmonie. Mooie straattaal persiflage en thematiek rond kiezen in deze informatierijke samenleving. Een ongepolijste diamant, overdrachtelijk gezien dan. Met een hele bus fans in de zaal, zoveel was wel duidelijk.
Vervolgens zagen we Louise Korthals, die al in de eerste voorronde veel indruk had gemaakt (en overigens een nog grotere schare fans in de zaal had zitten). Haar programma was ten opzichte van de 10 minuten toen nog mooier geworden: meer balans en, wat ook de jury nadien opmerkte, een erg goede pianist, Floris Verbeij. Wie prachtig en dienend wil leren spelen, mag bij hem op les. En wie wil genieten van pakkende teksten, lied, beleving en emotie, is bij Louise aan het juiste adres. De jazzjunks menen - deze twee avonden gezien hebbend - dat het wel heel raar moet lopen wil zij niet een bijzondere toekomst in de kleinkunst tegemoet gaan.
Tenslotte was de Belgische groep Hermitage als laatste groep aan de beurt. In een vrij lacherige en gewillige zaal (waardoor een eerste gedicht in geroezemoes niet helemaal goed aankwam/overkwam). Stap voor stap namen ze het publiek mee, ze stapten ook uit het frame om voor op het podium de intimiteit te zoeken, waarna ze weer terug gingen. In een rode draad over liefde, maar ook een tweestrijd tussen muziek/kunst willen maken voor jezelf, en dat tegelijk ook willen delen en bewierookt willen worden. De zaal pakte het refreintje 'Neem me mee' overigens na 1 keer voorzingen op: waar gebeurt dat nog tegenwoordig. Afijn: nog steeds prachtige liedjes, een heel wonderschoon gedicht in het midden, en we konden nu ook de eskimo live beluisteren. Mooi lied, mooie analogie erin.
Vervolgens was het wachten geblazen tot de jury haar oordeel velde. In oprecht en soms te pittige bewoordingen werden de groepen gekarakteriseerd. En besloot de jury om mee te nemen naar de finale: Louise Korthals, Poolvogel en Hermitage. En, als de jazzjunks zich niet vergissen, wordt de volgorde hierboven ook de einduitslag van dit jaar.
Helaas kunnen we er deze zaterdag bij de finale niet bij zijn, maar hoe het ook zij, het was een heel bijzondere ervaring al deze voorronde's en optredens bij te wonen. En als er dan nog eind van het jaar een finalistentoernee komt, zijn we gewoon weer van de partij !
[Laatste update... dd 11 april.. de voorspelde uitslag hierboven was de eind-uitslag. Louise Korthals won, Poolvogel werd 2e en Hermitage de publieksprijs.]
{Allerlaatste update... zie hieronder een impressie van de finaledag van amsterdams kleinskunstfestival, uitreiking enzovoorts.. met op 10.30m een mooi stukje uit het lied: troost me niet van Louise Korthals}:
Registratie Finale AKF 2011 nu online te bekijken: HumorTV